Door Alexander Vreede

Over gedragscodes van de coach
Daniel geeft coaching vanwege een verbetertraject bij een organisatie. Na drie sessies wordt hij door de opdrachtgever gebeld met de vraag hoe het eigenlijk gaat met Klaas. Al snel komt de aap uit de mouw: de opdrachtgever wil eigenlijk van Klaas af. Hij vraagt Daniel of hij wil aangeven dat er weinig verbetermogelijkheden zijn.

Een heikele vraag. Hoe ga je als coach hiermee om? Een goede coach is gebonden aan een ethische gedragscode. Zo’n code beschrijft door welke uitgangspunten de coach zich laat leiden, wat ethisch is om te doen en wat niet. Daar heeft u als opdrachtgever ook mee te maken. Natuurlijk verwacht u te werken met een professional die werkt op basis van goede ethische beginselen. Maar de praktijk is weerbarstig. Wat hebben ethische beginselen voor consequenties in de praktijk? Daarover vertelt Alexander Vreede, één van onze coaches, die op dit moment aan een internationale gedragscode werkt.

Dezelfde principes
Coaches die zijn aangesloten, bij de NOBCO (1), werken conform de gedragscode NOBCO Ethische Gedragscode (2); voor coaches die lid van de ICF(3), geldt de ICF Code of Ethics (4). Aan beide codes is ook een klachtenprocedure verbonden. De meeste ethische codes verschillen niet wezenlijk van elkaar. Ze hanteren min of meer dezelfde principes die betrekking hebben op de relaties tussen de coach en de coachee, tussen de coach en de opdrachtgever, tussen de coach en andere coaches en tussen de coach en de samenleving. We nemen de NOBCO Ethische Gedragscode (EGC) als voorbeeld.

Wat houdt de code in?
De EGC beschrijft drie belangrijke uitgangspunten voor coaches en hun werk:

  • de coachee weet zelf het beste wat goed voor hem is en kan zelf beslissen wat hij wél of niet wil, voor die keuze is hij zelf verantwoordelijk
  • de coachee en de coach zijn – als unieke en complete mensen vol mogelijkheden –  volkomen gelijkwaardig
  • tijdens coaching hebben doelen en keuzes van de coachee prioriteit boven die van de coach.

De EGC beschrijft vervolgens in vier paragrafen hoe de coach moet omgaan met de factoren respect, integriteit, verantwoordelijkheid en professionaliteit. Zo moet een coach respectvol omgaan met mensen en hun gedachtengoed. De coach moet integer zijn binnen én buiten de beroepsuitoefening en moet zijn of haar werk op een verantwoorde wijze uitvoeren. Ten slotte moet de coach zijn of haar beroep op een deskundige manier en op hoog niveau uitoefenen (zie kader).

Driegesprek de basis
De inhoud van de code lijkt logisch. Het is allemaal helder en begrijpelijk beschreven. Maar de praktijk is vaak ingewikkelder. Zeker als het gaat om de ‘driehoek’ van relaties tussen de coach en de coachee, tussen de coach en de opdrachtgever en tussen de opdrachtgever en de coachee.

Mariëlle wordt aangemeld voor coaching door de leidinggevende, die aangeeft dat hij naast de doelen die Mariëlle heeft, nog wel wat andere doelen voor haar heeft. Zij hoeft die echter niet te weten, zegt hij. De coach geeft aan dat dat niet werkzaam is en stelt voor dit in een driegesprek openlijk te bespreken. Dat wil de leidinggevende niet; dat zou te veel druk leggen op Mariëlle.

De leidinggevende heeft de beste bedoelingen, maar ethisch is deze vraag niet houdbaar. In zo’n situatie gaan meerdere belangen en visies door elkaar spelen. De coach heeft een visie op de coachee, de opdrachtgever (HR of de leidinggevende) heeft een visie op wat er moet gebeuren of op de uitkomst van het coachtraject en de coachee zelf heeft weer een eigen visie op zichzelf. Het driegesprek vervult dan een belangrijke functie. In dat gesprek hoort de coach – en de coachee – hoe de opdrachtgever naar de coachee en het coachtraject kijkt en legt de coach uit hoe hij met het verstrekken van vertrouwelijke informatie zal omgaan. Zo vormt het driegesprek een goede basis voor het coachtraject.

Voorbeelden uit de praktijk
Wat ook voorkomt in de praktijk, is dat de opdrachtgever de coach achter de rug van de coachee om vertrouwelijke informatie wil geven óf ontlokken. De opdrachtgever wil de coach bijvoorbeeld laten weten dat de coachee wordt ontslagen als de coaching niet binnen drie maanden duidelijk tastbare resultaten laat zien. De coachee zelf mag hier echter niets van weten. Of de opdrachtgever wil buiten de coachee om van de coach horen hoe het eigenlijk gaat en waar ze het in de coachgesprekken over hebben. Of de opdrachtgever vraagt van de coach om buiten de coachee om een verslag van de coaching te maken, dat hij in een procedure wil gebruiken.

Grenzen bewaken
De ethiek vraagt van de coach om deze druk te weerstaan en hier niet op in te gaan. Dat is niet altijd makkelijk. De opdrachtgever zal de druk opvoeren en bovendien zal niet elke opdrachtgever de ethische basishouding van de coach begrijpen en op prijs stellen. Zo’n situatie kan soms zelfs zó hoog oplopen dat de opdrachtgever boos wordt en aangeeft nooit meer met deze coach te willen werken. De coaches van CoachNetwerk zijn getraind in het werken volgens een gedragscode. Ze zijn goed in staat om de invalshoek van de opdrachtgever te begrijpen, maar de druk te weerstaan om op een ethisch verkeerde manier informatie uit te wisselen. De coaches van CoachNetwerk kennen de ethische grenzen van hun vak maar al te goed en zijn bereid én in staat die grenzen goed uit te leggen en te bewaken.

Par. 1 (Respect) beschrijft gedragsregels die de coach ten opzichte van de coachee zal naleven, zoals bijv.: de coach discrimineert niet, laat keuzes (én het recht om daarop terug te komen) aan de coachee,  komt op voor diens belangen zonder de belangen van anderen uit het oog te verliezen, houdt rekening met het ontwikkelingsniveau van de coachee.
Dit alles samengevat onder de noemer: respectvol omgaan met mensen en hun gedachtengoed.

Par. 2 (Integriteit) geeft weer dat de coach een vertrouwensband met de coachee moet opbouwen én dit vertrouwen ook voortdurend waar moet maken. Hier gaat het om gedragsregels als: eerlijk en betrouwbaar zijn en doen wat je zegt, je niet inlaten met praktijken die de wet overschrijden, zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie, geen misbruik van situaties maken waar de coachee afhankelijk van de coach is.
Dit alles samengevat onder de noemer: integer zijn binnen én buiten de beroepsuitoefening.

In par. 3 (Verantwoordelijkheid) wordt beschreven welke verplichtingen de coach op zich neemt wanneer hij/zij met de coachee een relatie aangaat die een zwaar beroep doet op zijn verantwoordelijkheidsgevoel: de beperkingen van zijn beroep en die van zichzelf onderkennen, de grenzen van zijn kunnen niet overschrijden, niet uit zijn op bevrediging van eigen behoeften, met de coachee geen seksuele of andere intieme relatie aangaan.
Dit alles samengevat onder de noemer: op een verantwoorde wijze coachen.

Tenslotte benoemt par. 4 (Professionaliteit) gedragsregels die onlosmakelijk verbonden zijn met de professionaliteit van de coach, zoals bijv.: privéleven en werk strikt gescheiden houden, jezelf regelmatig onder de loep nemen en zelfreflectie en zelfanalyse toepassen bijvoorbeeld in supervisie of intervisie, ontwikkelingen van het vak bijhouden door het volgen van bij- en nascholingen, openheid betrachten over de eigen kwalificaties en werkwijzen.
Dit alles samengevat onder de noemer: het beroep van coach op een deskundige manier en op hoog niveau uitoefenen.

(1) NOBCO = Nederlandse Orde van Beroepscoaches
(2) http://www.nobco.nl/files/NOBCO-documenten/007-160217chs_NOBCO_Ethische_Gedragscode_versie_november_2014.pdf
(3) ICF = International Coach Federation
(4) http://coachfederation.org/about/landing.cfm?ItemNumber=854&navItemNumber=634